Haptonomie | Angst voor bangmakerij

Corona roept angst op. Angst die maakt dat we vergaande maatregelen nemen in de manier waarop we met onszelf en anderen omgaan. Afstand is de nieuwe norm. En we volgen, massaal. Met gigantische consequenties. Omdat we het acceptabel vinden en logisch. Maar angst kan, net als de liefde, blind maken. En dát vind ik nou angstig.

Een vergelijk tussen angst in een lijf en angst in de maatschappij

Wanneer er iemand bij mij als haptonoom komt waarbij de angst de keel dicht knijpt en paniek op de loer ligt is het heel verantwoord om te sederen. We hebben er allerlei (hand)vaardigheden voor die maken dat iemand weer meer in zijn of haar lijf komt en zich bevestigd voelt in wie hij of zij. Dat topt de heftigheid van de angst af. Het is een respectvolle ‘pil’ die wij haptonomen letterlijk in handen hebben. Een structurele oplossing is het echter allerminst. Wetenschappelijk verantwoord is het op lange termijn niet. Maar het werkt…op korte termijn. 

De verleiding en wens om dit te blijven doen is echter groot. Het werkt immers, dus waarom zouden we het niet eindeloos herhalen? We willen de grip op de angst niet kwijt. Die herhaling is echter onwenselijk en heeft allerlei schadelijke gevolgen. Er ontstaat een afhankelijkheid van de therapeut en tussen de interventies door treden er allerlei schadelijke effecten op. Die angst slaat zich op in je lijf in vorm van verkrampingen en pijn en je isoleert jezelf vaak van die delen. En die fenomenen werken door in verkrampingen in je doen en in je denken. Soms leidt het tot afwijkend gedrag en een DSM etiket als bonus. Het middel wordt dan erger dan de kwaal.

Dus in een therapeutische setting wil je verder. Naar de angst tóe, niet de angst vermijden. Die angst met de cliënt dus onderzoeken, opzoeken, doorvoelen, beschouwen, ontrafelen, concretiseren, patronen bewust worden hoe de angst en crisis ontstaat zodat je er zelf verantwoordelijkheid voor kan nemen. Dat je je ook richt op het verlangen dat vaak de keerzijde van de angst is. Die gerichtheid maakt dat je uit de crisis komt. Dat vraagt om een compassie en nuchterheid waarbij je ook je verstand gebruikt. Dus óók nadenkt. Samen.

Nederland bij de haptonoom 

In maart en april zitten we allemaal vol emoties. Angst voor onze naasten, onze ouders, grootouders, onszelf. Wat overkómt ons, wat gebeurt er. Het greep vele bij de keel. We moeten iets dóen! En dat deden we. Massaal. Binnen blijven, 1,5 meter afstand, handen wassen, scholen dicht, lock down. 

Of dat allemaal zo wetenschappelijk verantwoord is? Nee, totaal niet (link). maar dat was ook helemaal niet belangrijk. We moesten íets! Het waren logische aandoende maatregelen en we wilden niet dat het erger werd. Sederen noemen we dat. En het werkte. Gelukkig! 

We zouden nu dus in een fase moeten zitten waarin (het OMT in de rol van therapeut) de aanvankelijke interventies kritisch beschouwt en laat beschouwen. Al was het maar uit bescheidenheid voor het ontbreken van elke wetenschappelijk bewijs dat de 1,5 meter afstand een oplossing is. Open staat voor alternatieve, even logisch onderbouwde theorieën. We zo het gevoel houden samen de crisis te lijf te gaan en met elkaar doorgronden hoe we vat krijgen op het virus. 

Niet volharden in een interventie die weliswaar tijdelijk effect heeft gehad maar mogelijk helemaal geen oplossing is. We willen immers verantwoord reageren op dat wat ons angst aanjaagt. Onderzoeken hoe reëel de angst is en wat we kunnen doen.

Wetenschappelijke kwakzalverij?

Ik constateer dat veel wetenschappers die niet in het OMT zitten ook onderzoek doen, met heldere feiten en andere analyses en conclusies komen. En dus een andere aanpak voorstaan. Ze organiseren tegengeluiden. Zoals dat gewoon is in deze fase. Ik constateer echter dat veel van deze wetenschappers door datzelfde OMT worden weg gezet als “kwakzalvers” en hen afserveren met argumenten als ‘niet bewezen oplossing’. Daarmee dus suggererend dat de eigen interventie; de ‘1,5 meter – regel’, dat wel is. En dat is dus NIET waar. Een andere afserveren op grond van criteria die je niet zelf hanteert ruikt naar defensief gedrag, betweterigheid, angst.

Het is alsof een therapeut tegen de patiënt zegt dat hij vooral moet blijven doen wat hij of zij zegt en niets anders wil proberen anders gaat het helemaal de verkeerde kant op. Terwijl dat volstrekt niet bewezen is of vast staat. Zo iemand noem je in de gezondheidszorg een kwakzalver. 

Volgen we de wetenschap of het gedrag van wetenschappers?

Dat roept bij mij een beeld op van een OMT als bange therapeut die angstig is om de grip te verliezen. Een beeld op dat we met zijn allen niet de wetenschap volgen maar het gedrag van wetenschappers die zich onder druk voelen staan. 

Ik krijg de angstige gedachte dat ik bang gemaakt wordt voor iets waar ik misschien helemaal niet bang voor hoeft te zijn.  Dat maakt, met het besef hoe fout dat kan gaan, dat ik zorgelijk wordt over de schadelijke neven effecten van het volharden in angst die geen grond heeft. 

Dat wijst een individuele therapie sessie uit. Dat wijst ook onze geschiedenis uit. 

Een cultuur waarin angst onnodig is of niet meer onderzocht wordt kent, net zoals een lijf, ongezonde trekken, verstrakkingen en verkrampende en isolerende tendensen. Polarisatie, tegenstellingen, populisme en racisme gedijen dan goed. 

Er zijn helaas nu tekenen van schadelijke effecten van mogelijk onnodige bangmakerij en verkramping in ons denken en doen. Ik ben geen viroloog, epidemioloog of statisticus maar er zijn een toenemend aantal tekenen en geluiden (vb: het aantal sterftejaren die we door de maatregelen hebben voorkomen schijnt lager dan de toename van de sterftejaren door uitgestelde operaties en de stress die een economische depressie meebrengt) dat het middel erger is dan de kwaal. Meer dan genoeg redenen voor bezinning en ons hoofd te gebruiken in plaats op de golf van angst te blijven.  

We zullen het samen moeten doen…

We kunnen nu geen andere therapeut kiezen of cliënt kiezen. We zullen het samen moeten doen. Ik pleit ervoor dat we ervoor waken ons niet te laten verblinden door de angst. Blijven nadenken, kritisch en wakker blijven en van het OMT openheid en realisme verwachten over hun eigen onzekerheid. Anders verliest het OMT straks haar geloofwaardigheid en houdt niemand zich meer aan 1,5 meter of welke andere maatregel dan ook. En daar is niemand bij gebaat.

In het omgaan met de druk en verantwoordelijkheid  kunnen ze misschien nog wel een haptonoom gebruiken. Ik wens ze alle wijsheid en steun toe.